Logo van Gemeente Noordoostpolder dat doorverwijst naar de homepage van Gemeente Noordoostpolder
Logo van Gemeente Noordoostpolder dat doorverwijst naar de homepage van Gemeente Noordoostpolder

LIOR - Civiele kunstwerken

Belangrijke tekst: Gerrit Taal (0527) 63 34 64 of g.taal@noordoostpolder.nl

Algemeen

  • Het ontwerp moet duurzaam, vandalismebestendig, gebruiksvriendelijk en onderhoudsarm zijn. Voor de onderbouwing dient dit te gebeuren met een rapportage over de te verwachten levensduur, de onderhoudskosten en exploitatiekosten tijdens de levenscyclus, de vervangingskosten, de duurzaamheid in het productieproces en manier van hergebruik aan het einde van de levensduur.
  • Voor alle bovengenoemde elementen met uitzondering van leuningen en oeverbekleding dient een kunstwerknummer te worden aangevraagd bij de wegbeheerder.
  • Zorg bij het technisch ontwerp en bijbehorend materiaalgebruik dat schade als gevolg van vandalisme tot een minimum beperkt wordt.
  • Conserveer delen die na voltooiing van het kunstwerk moeilijk te bereiken zijn opdat gedurende de levensduur geen onderhoud nodig is.
  • Zorg dat het wegprofiel, met de daarbij horende obstakelvrije ruimte, over of onder het kunstwerk wordt doorgezet in dezelfde maatvoering.
  • Classificatie van de weg is tevens classificatie van het kunstwerk. Denk hierbij aan eventuele extra eisen voor strooiroutes voor gladheidbestrijding en bereikbaarheid van hulpdiensten. Dit dient ter beoordeling aan de gemeentelijke wegbeheerder voorgelegd te worden.
  • Breedte van bruggen is minimaal 2,5 m tussen de leuningen.
  • Maak de vormgeving, het kwaliteitsniveau en de constructiewijze van de werken in overeenstemming met het karakter en de functies van die werken en de omgeving.
  • Zichtbaar beton en schakelkasten behandelen met antigraffiti coating en anti plak oppervlak. Soort ter goedkeuring aan de wegbeheerder.
  • Situering kunstwerk ten opzichte van water: houd voldoende ruimte voor drijvend vuil of doorvaart en maaiboten, conform de eisen van het waterschap. Dit geldt zowel voor doorvaarhoogte als –breedte. Houd voldoende ruimte onder het kunstwerk:
  • minimaal 0,30 m voor drijvend vuil,
  • minimaal 1,50 m voor maaiboot,
  • minimaal 2,50 m voor voetgangers,
  • minimaal 2,50 m voor fietsers en schaatsers
  • minimaal 4,60 m voor doorstroom wegen conform richtlijn CROW.
  • Wegcategorie te bepalen door de beheerders van de weg en de beheerder van het water.
  • Voor kleine waterbouwkundige constructies gelden de ontwerp- en uitvoeringseisen als naastgelegen constructie.

Materialen

  • Gebruik de materialen in de standaard RAW bepalingen uitgegeven door stichting CROW, voor zover deze betrekking hebben op de kwaliteit van de te leveren producten.
  • Innovatieve materialen zijn bespreekbaar.
  • Gebruik vandalisme bestendige materialen.
  • Gebruik duurzame, onderhoudsvriendelijke, milieuvriendelijke en gecertificeerde materialen.
  • Ter voorkoming van roestvorming alleen RVS of thermisch verzinkt toepassen en die vervolgens van een verfsysteem (levensduur minimaal 15 jaar) voorzien.

Betonwerk

  • Voer in het zicht komende betonoppervlakken uit in schoon beton.
  • Pas in het beton van het dek en de schampranden een hulpstof toe ter voorkoming van schade door dooizouten.
  • Gebruik beton dat voldoet aan de volgende eisen van NEN-EN 206 + NEN 8005:2016 (nl)
  • Voor de constructie is de NEN-EN 1992-2+C1:2011 (nl) + NB (nationale bijlage) van toepassing.
  • Voor maatregelen tegen buitengewone belastingen is de NEN-EN-1992-1-7 van toepassing.
  • Het gebruik van geopolymeer als cementvervanger om de CO2 terug te dringen wordt gepromoot.

Houtwerk

  • Bruggen met een houten draagconstructie worden bij de gemeente Noordoostpolder niet toegepast, tenzij dit vooraf uitdrukkelijk is toegestemd of uitgevraagd.
  • Bij combinatie houten bruggen composiet dekplanken gebruiken.
  • Dekplanken voorzien van anti-sliplaag of anti-slipprofiel.
  • Voor de constructie is de NEN-EN 1995-2:2005 (nl) + NB (nationale bijlage) van toepassing.
  • Voor maatregelen tegen buitengewone belastingen is de NEN-EN-1992-1-7 van toepassing.

Staalwerk

  • Gebruik thermisch verzinkt staal, geborsteld RVS 316 of te oxideren aluminium voor leuningen en overige constructies.
  • Voor de constructie is de NEN-EN 1993-2+C1:2011 (nl) + NB (nationale bijlage) van toepassing.
  • Voor maatregelen tegen buitengewone belastingen is de NEN-EN-1992-1-7 van toepassing.

Conserveringen

  • Per project/constructie kan een keuze gemaakt worden in overleg met de beheerder voor een natlaksysteem of poedercoaten.

Poedercoaten

  • Thermisch verzinken volgens NEN-EN-ISO 1461:2009 (nl).
  • Aanbrengen duplex-systeem volgens NEN 5254:2003 (nl).
  • Voorbehandeling elektrostatische laag poedercoating, minimaal 60 micrometer,
  • Elektrostatische laag poedercoating (polyesterTGIC), minimaal 60 micrometer.

Natlaksysteem

  • Thermisch verzinken volgens NEN-EN-ISO 1461:2009 (nl)
  • Thermisch verzinkt oppervlak licht aanstralen tot Sa 2,5 een en ander volgens NEN 5254:2003 (nl),
  • Aanbrengen van natlaksysteem op basis van alkydhars grond-, tussen en deklagen volgens duplexsysteem; totale dikte minimaal 160 micrometer een en ander volgens NEN-EN-ISO 12944-5:2018
  • Coating moet goed kunnen worden bijgewerkt.

Constructies

  • Bij een verkeersbrug dient de constructie getoetst te worden aan NEN–EN 1991-2+C1:2011 (art. 4.3.2, 4.3.3, 4.3.4, en 4.3.5) De constructie van een voetganger/fietsbrug, die ook toegankelijk dient te zijn voor dienstverkeer, wordt berekend volgens NEN–EN 1991-2+C1:2011 (art. 5.3.2.3)
  • Gebruik voor een brug voor voetgangers en fietsers een gelijkmatige belasting van 500 kg/m2 en een puntbelasting van 700 kg. Indien een onderhoudswagen de brug moet kunnen gebruiken een belasting van 12.000 kg.
  • Plaats geen tussensteunpunten in de waterpartij, behoudens goedkeuring van het Waterschap Zuiderzeeland.

Bruggen

  • Zorg voor afwatering om plasvorming op het brugdek en uitspoeling van de taluds te voorkomen.
  • Gebruik bij het landhoofd overgangsplaten (stootplaten) ter voorkoming van zettingsverschillen.
  • Plaats aan weerszijden van elke brug een brugnummerplaatje aan de rand van het brugdek opdat de brug in de bruggensystematiek wordt opgenomen, deze is op te vragen bij de wegbeheerder.
  • Maak obstakelvrije ruimte op een brug van minimaal 0,50 m en maximaal van 1,50 m. Deze precieze maat is afhankelijk van de functie van de weg.
  • Houd rekening met mantelbuizen (sparingen voor kabels).
  • Beweegbare kunstwerken moeten worden voorzien van bliksemafleiding en aarding.
  • Zorg dat de kunstwerken zich zonder geluidsoverlast kunnen openen en sluiten.
  • Stel de bevaarbaarheidsklasse in overleg met de vaarwegbeheerder vast.
  • Er mag nergens (dooi)water op het kunstwerk blijven staan.
  • Brugdekken in strooiroutes dienen voorzien te zijn van een gesloten rijdek.

Leuningen

  • Zorg dat de leuningen minimaal 1.30 meter hoog zijn.
  • Leuningen ontwerpen volgens NEN–EN 1991- 2+C1:2011
  • Leuningen moeten voldoen aan bouwbesluit. Het bouwbesluit spreekt over een vloer waaraan een afscheiding moet zitten. Een kademuur o.i.d.

Duikers

  • Pas doorvaarbare duikers toe in de hoofdwatergangen in verband met beheer vanaf het water.
  • Zorg dat tenminste 30% of 0,25 m van de duiker boven water ligt.
  • Zorg dat het onderhoudsmaterieel bij de waterkant kan komen indien de duikers niet doorvaarbaar zijn middels een botenhelling. Wanneer de duikers niet vanaf het water te onderhouden zijn, plaats dan bomen en andere objecten minimaal de halve kruinbreedte plus 5 meter van het kunstwerk.
  • Gebruik in ecologische verbindingszones ecologisch vriendelijke duikers; duikers met een droge doorgang voor fauna.
  • Bekijk of een vuilrooster noodzakelijk is. Pas alleen roosters met verticale spijlen met een (nood) bovenrooster toe, opdat de duiker met een hark kan worden schoongemaakt.
  • Neem voorzieningen op die zorgdragen voor de doorspoeling van de waterpartijen of zorg dat de inlaat van water mogelijk is in droge perioden, bijvoorbeeld door middel van inlaten vanuit overige watergangen.